vrijdag 22 april 2016

In de bergen van Matagalpa

Een aantal weken geleden schreef ik over mijn vriendin Dulce en haar gastvrije familie waarmee ik naar de zee ben geweest. Afgelopen weekend mocht ik weer met deze familie mee op avontuur, dit keer niet naar de zee, maar naar Matagalpa. De moeder van Dulce (die ook Dulce heet) heeft daar een bibliotheek opgericht voor de kinderen die in de bergen wonen. Om de 15 dagen gaat zij samen met haar dochter naar de bibliotheek om daar de kinderen te vermaken.
Zaterdag 16 april werden Jordy en ik om 05:45 uur opgepikt door Dulce, Dulce en hun vriend uit Peru om samen naar Matagalpa te gaan. Het was een lange reis, achterin de bak van de pick-up truck. Tijdens de reis zagen we de mooiste landschappen, maar als je goed keek werd je al snel geconfronteerd met de extreme armoede in dit land, zoals de dode koeien langs de weg. Door het natuurverschijnsel El Niño heerst er enorme droogte in dit land, wat natuurlijk rampzalige gevolgen heeft voor bijvoorbeeld de boeren in dit land.
Eenmaal aangekomen in Matagalpa kregen we te horen dat we drie meisjes van het busstation gingen ophalen, zij zouden ons gaan helpen met de spelletjesmiddag in de bibliotheek. Vervolgens gingen we met z’n achten eerst naar de oma van Dulce, een vrouw van negentig die nog dagelijks de bergen in Matagalpa beklimt. Daar mochten we ons even opfrissen en al snel gingen we weer verder, want we hadden nog een lange dag te gaan. Om bij de bibliotheek te komen moesten we de bergen in met de auto. Het was een steile weg, die de auto niet veel goeds heeft gedaan.
We stopte bij een huisje, het huisje van de familie van Dulce. Daar besproken we de spelletjes die we gingen spelen met de kinderen. Het was duidelijk dat Dulce & Dulce alles tip top hadden voorbereid. Het spelprogramma was voor iedereen uitgeprint en ze hadden voor al het materiaal gezorgd.
Een uur na de instructie arriveerden de eerste kinderen, ze kwamen naar beneden gelopen, wat wil zeggen dat ze nog hoger wonen dan de bibliotheek. Later die dag zijn we een keer naar beneden gelopen, naar de stad, dit duurde ongeveer 45 minuten. De kinderen boven op de berg moeten elke ochtend naar beneden lopen om naar school te kunnen en vervolgens een hele klim naar boven maken om weer naar huis te gaan. De weg is geen pretje, overal liggen kleine kiezelsteentjes waardoor je makkelijk weggeleid.
Toen alle kinderen bij de bibliotheek waren aangekomen kon de spelletjesmiddag beginnen! Iedere vrijwilliger kreeg 5 kinderen toegedeeld van verschillende leeftijden. De spellen die we speelden waren: zaklopen, met een limoen op je lepel lopen, bekertjes water naar de andere kant brengen en plasticflessen verzamelen.  Het leukste spel vond ik zelf het verzamelen van de plasticflessen. Het team dat de meeste flessen verzamelden won. Die zelfde ochtend was er nog een ‘flessenverzamelaar’ langs gekomen om de buurt op te ruimen. Ondanks dat die man de flessen in de ochtend al had opgehaald, hebben alle teams bij elkaar uiteindelijk 299 flessen verzameld! Zo zie je dat er weinig respect is voor de natuur in dit land, want de kinderen renden ver de bossen in om de flessen te verzamelen en zelfs in ‘the middle of nowhere’ vonden de kinderen flessen en ander plastic afval. Het mooie aan het initiatief van Dulce is dat ze de kinderen de buurt laat opruimen door de flessen te verzamelen, maar ook dat ze de flessen recyclet door er met de kinderen knutselwerkjes van te maken.
Na een vermoeiende, warme, maar super leuke middag met de kinderen zijn Jordy en ik met de andere vrijwilligsters naar de stad gelopen. Matagalpa is een prachtige stad, vooral in vergelijking met Managua. Er ligt minder vuilnis langs de kant van de weg en overal waar je kijkt zie je op de achtergrond bergen. Jordy is die avond in de stad gebleven en ik ben samen met de twee Dulces weer terug de berg opgegaan naar hun huisje.
Ik was heel bang dat ik snachts zo sterven aan een hartaanval vanwege mijn insectenfobie, er zitten daar namelijk reusachtige krekels, spinnen, slangen en andere enge dieren. Toch heb ik de nacht overleefd en misschien wel mijn angst overwonnen. Ik heb daar heerlijk geslapen, want het was daar snachts heerlijk koud.
In de ochtend werd ik wakker gemaakt voor koffie en een zelfgemaakt ontbijtje van Dulce’s moeder. Ik heb me gewassen door buiten een bak water over me heen te gooien, want stromend water is er niet.
Nadat we het huis hadden opgeruimd (en ik een half uur over een beetje afwas had gedaan, omdat ik het niet gewend ben om de afwas met een bakje water te doen), daalde we weer af naar het dorp. Op de weg naar beneden bood Dulce een man die naar beneden liep een lift aan naar de stad. Later vroeg ik Dulce of hij de vader was van een van de kinderen van de bibliotheek. ‘Ja’, zei ze, ‘het is een triest verhaal’. Toen de man weg was vertelde ze mij het verhaal. Het was de vader van een van de kinderen. Hij had een dochter van elf, die wekelijks in de bibliotheek kwam. Ze kreeg een ziekte, aan haar lever als ik het goed heb verstaan, een ziekte die in Nederland makkelijk te genezen was. In het ziekenhuis waar dit meisje terecht kwam was het medicijn niet te verkrijgen. Dulce en Dulce hebben al hun vrienden en familie ingeschakeld om opzoek te gaan naar het medicijn. Toen ze eindelijk het medicijn bij het meisje kregen, was het te laat, het meisje overleed in januari dit jaar. Dulce vertelde me later dat dit soort dingen hier vaker gebeuren, ‘de overheid heeft geld voor de bomen van het leven, maar niet voor de ziekenhuizen’ aldus Dulce. De bomen van het leven zijn grote metalen bomen die door heel Managua staan en veel geld hebben gekost, veel mensen hebben daar kritiek op, omdat het de boom van het leven heet terwijl het de bevolking niks oplevert. Het verhaal van de vader en het meisje raakte me enorm, waardoor een mooie ochtend toch al snel weer veranderde in een trieste dag. Op de terugweg naar Managua zagen we hoe mannen langs de weg aapjes en vogels verkochten, het vrolijkte me op dat Dulce en Dulce stopte om naar de mannen een afkeurend gebaar te maken.
De reis naar Matagalpa heeft me veel geleerd, ik dacht een lange tijd dat het hier redelijk goed geregeld was met de gezondheidszorg, omdat er gratis ziekenhuizen zijn, maar daar heb je natuurlijk niks aan als er geen medicijnen zijn. Ook dacht ik dat het onderwijs hier nog wel een beetje goed geregeld was, de scholen zijn gratis, maar als je dagelijks de berg af en op moet lopen om naar school te kunnen, waar maar één juf is, die niet eens een diploma heeft, dan valt dat ook vies tegen. Ook heb ik geleerd dat je heel veel mensen blij kunt maken door een keer je hulp aan te bieden zonder er iets voor terug te vragen, ik werd er zelf in ieder geval erg blij van en ik hoop dat in de toekomst nog meer mensen Dulce willen helpen met haar bibliotheek.


Adiós.
















1 opmerking:

  1. Zijn de bomen van het leven de electriciteitspalen?
    Hoe dan ook...ik krijg steeds meer zin om iedereen die hier in Nederland zevert over gebreken een keer verplicht op die vrachtwagen van Dulces mama te zetten...
    Wat een toewijding! X

    BeantwoordenVerwijderen